"Ik merkte dat ik er talent voor heb en dat het fijn is om een verhaal te hebben waar jongeren naar luisteren. Zo ben ik gestart als docent burgerschap, en vanuit daar ben ik docent Nederlands geworden. Nu bij Firda Drachten."
Ook in de klas heeft hij weleens de neiging om zijn scheidsrechtersfluit erbij te pakken. Hij ziet veel gelijkenissen tussen voor de klas staan en fluiten op het veld. Bijvoorbeeld dat je ook binnen het onderwijs weleens wat bij moet sturen. Al hoeft dat niet gepaard te gaan met gezag, vindt hij.
"Dat werkt niet altijd. Als een student je niet meteen in de ogen aankijkt bij een gesprek of in de les, dan ligt dat niet per se aan de verstandhouding. Of aan een gebrek aan respect. Communicatie kan op heel veel verschillende manieren. Je hoeft elkaar niet altijd aan te kijken en recht tegenover elkaar te zitten. Je kunt het gesprek ook op een andere manier aangaan. Bij voetbal ga ik bijvoorbeeld een stukje lopen met een speler wanneer er iets is. Dan hebben we het er even over. Dat voorkomt weerstand en zo bereik je veel meer. Ook op school kan dat helpend zijn."
Een andere gelijkenis is dat hij zowel in de klas als op het veld een veilig klimaat probeert te scheppen. "School moet een stimulerende omgeving zijn. Elke dag probeer ik studenten nieuwe dingen te leren. Ik leer ze niet alleen de dingen die ze moeten weten zoals het kofschip, maar brede vorming vind ik ook erg belangrijk. De ontwikkeling van de studenten als mens staat bovenaan. Daar hebben ze ook in het dagelijks leven wat aan."
Hij raadt zijn studenten sterk aan om ook iets in de sport te gaan doen. "Word vrijwilliger bij een sportclub, zorg ervoor dat jongeren plezier hebben in bewegen en begeleid hen in die reis. Daar groei je enorm van als mens en bovendien beteken je iets voor de maatschappij. Leren wat voor mens je wilt zijn, is namelijk minstens zo belangrijk als het vak dat je uitoefent."