Voetbal is een mooie sport, maar er is ook weleens heibel langs de lijn. En dat is zonde, vindt Firda-docent Conrad Berghoef (54). Hij is vrijwilliger bij Drachtster Boys waar hij elke zaterdag te vinden is als pupillenscheidsrechter. ,,Het spel is van de kinderen en dat moet ook zo blijven. Ik probeer een zodanige sfeer op het veld te creëren waarin iedereen het fijn vindt om te spelen. Plezier staat daarbij voorop.”

Die sfeer creëert hij op een positieve, geduldige en enthousiasmerende manier. Dat begint al bij het betreden van het veld, waarbij hij iedereen welkom heet. "Ik zeg altijd: voetbal begint met een hand." Niet voor niets noemen ze hem ook wel ‘de vriendelijke scheids’. Maar hij kan ook streng zijn… Wanneer ouders, trainers of leiders de jeugd niet leuk aanmoedigen, fluit hij de wedstrijd af. "Daarin heb ik een zerotolerancebeleid. Ik sta achter de spelers, en dat weten ze ook. Ze kunnen op mij vertrouwen."

Een echte scheids 

De pupillen bestaan uit voetballers onder de twaalf jaar; de F’jes en de E’tjes. De opstelling, speelduur en grootte van het veld is anders dan die van de oudere voetballers. En er gelden wat andere regels: "De pupillen spelen acht tegen acht op een half voetbalveld. De speelduur is ongeveer twee keer een halfuur, waarbij tussen het spelen door een time-out van één à twee minuten is ingelast. Daarnaast is er geen ingooi en de hoekschop mogen ze indribbelen. Dat maakt het spel sneller."

Volledig in KNVB-tenue staat hij iedere zaterdag tussen de pupillen op het veld. "Ze verdienen een echte scheidsrechter. Iemand die rechtvaardig is en hen op een pedagogische manier coacht, zodat ze er ook nog iets van leren." Die pedagogische manier van fluiten zit ‘m vooral in dat hij oog heeft voor de ontwikkeling van jongeren.

Hij laat de voetballers bijvoorbeeld eerst zelf nadenken bij een overtreding. "Ik kijk altijd eerst of ze er zelf uitkomen. Een moment van triomf is voor mij als de kinderen zelf zeggen dat mijn beslissing niet klopt. Dan ga ik daarin mee, want ik vertrouw erop dat zij gelijk hebben. Ik hoop dat ze deze manier van spelen meenemen in het vervolg. Op het voetbalveld, maar ook daarbuiten."

Ook in de klas heb ik weleens de neiging om mijn scheidsrechtersfluit erbij te pakken. Ik zie veel gelijkenissen tussen voor de klas staan en fluiten op het veld. Bijvoorbeeld dat je ook binnen het onderwijs weleens wat bij moet sturen.

Conrad Berhoef

Zaterdag is de mooiste dag van de week 

Zijn passie voor het voetbal begon zo’n twintig jaar geleden. "Mijn zoon ging toen op voetbal en vanuit daar ben ik gaan kijken wat ik binnen de club kon betekenen. Ik vind namelijk ook dat je iets bij een sportclub moet gaan doen wanneer je je kind hierbij aanmeldt." 

Hij begon als leider bij de teams van zijn zoon. "Vanuit mijn rol als docent was ik al gewend om met groepen om te gaan. En als je leider bent van een jeugdteam, dan moet je ook vaak fluiten. Ik merkte dat ik dat heel leuk vond en zo is dat gegroeid." De zaterdag vind hij sindsdien de mooiste dag van de week. "Het liefst fluit ik met slecht weer. Dat de kuifjes tegen het hoofd aan geplakt zitten; een prachtig gezicht."

Op een gegeven moment kwam zijn zoon op een leeftijd dat bij hem fluiten niet meer ‘cool’ was. "Toen ben ik bij andere teams gaan fluiten en sinds 2010 ben ik een officiële clubscheidsrechter. Dat betekent dat ik wel sta ingeschreven bij de KNVB, maar dat ik niet gediplomeerd ben. Die ambitie heb ik ook niet, ik wil graag blijven fluiten bij mijn club."

Conrad Berghoef

Passie voor het onderwijs 

Conrad doceert al sinds 1996 binnen Firda en haar voorgangers. Oorspronkelijk komt hij uit Groningen, maar voor zijn studie verhuisde hij naar Leeuwarden. Eerst vanwege de ambitie om de journalistiek in te gaan, maar dat plan liep anders: "Ik werd helaas uitgeloot en daarop besloot ik om geschiedenis te gaan doen. Dat vond ik ook leuk." Toen hij later wel in de journalistiek mocht werken, had het onderwijs hem al gegrepen.

"Ik merkte dat ik er talent voor heb en dat het fijn is om een verhaal te hebben waar jongeren naar luisteren. Zo ben ik gestart als docent burgerschap, en vanuit daar ben ik docent Nederlands geworden. Nu bij Firda Drachten."

Ook in de klas heeft hij weleens de neiging om zijn scheidsrechtersfluit erbij te pakken. Hij ziet veel gelijkenissen tussen voor de klas staan en fluiten op het veld. Bijvoorbeeld dat je ook binnen het onderwijs weleens wat bij moet sturen. Al hoeft dat niet gepaard te gaan met gezag, vindt hij. 

"Dat werkt niet altijd. Als een student je niet meteen in de ogen aankijkt bij een gesprek of in de les, dan ligt dat niet per se aan de verstandhouding. Of aan een gebrek aan respect. Communicatie kan op heel veel verschillende manieren. Je hoeft elkaar niet altijd aan te kijken en recht tegenover elkaar te zitten. Je kunt het gesprek ook op een andere manier aangaan. Bij voetbal ga ik bijvoorbeeld een stukje lopen met een speler wanneer er iets is. Dan hebben we het er even over. Dat voorkomt weerstand en zo bereik je veel meer. Ook op school kan dat helpend zijn."

Een andere gelijkenis is dat hij zowel in de klas als op het veld een veilig klimaat probeert te scheppen. "School moet een stimulerende omgeving zijn. Elke dag probeer ik studenten nieuwe dingen te leren. Ik leer ze niet alleen de dingen die ze moeten weten zoals het kofschip, maar brede vorming vind ik ook erg belangrijk. De ontwikkeling van de studenten als mens staat bovenaan. Daar hebben ze ook in het dagelijks leven wat aan." 

Hij raadt zijn studenten sterk aan om ook iets in de sport te gaan doen. "Word vrijwilliger bij een sportclub, zorg ervoor dat jongeren plezier hebben in bewegen en begeleid hen in die reis. Daar groei je enorm van als mens en bovendien beteken je iets voor de maatschappij. Leren wat voor mens je wilt zijn, is namelijk minstens zo belangrijk als het vak dat je uitoefent."