Meer kans voor statushouders door onderwijsroute Firda
Nieuwkomers kunnen de komende jaren in Friesland werken aan een goede toekomst door een vlotte route naar een beroepsopleiding in mbo, hbo of universiteit. Wethouder Nathalie Kramers van Leeuwarden en bestuurslid Alice Muller van Firda sloten donderdag een overeenkomst, waarmee Firda verder kan met deze onderwijsroute in inburgering én het aanbod meteen flink gaat uitbreiden.
Leeuwarden is een sociale gemeente, stelde Kramers. Dat geldt voor heel Friesland. ‘Wij zorgen graag voor onze mensen, ook voor de nieuwkomers.’ Zij verdienen alle kans om hun ambities waar te maken. Dat kan in de onderwijsroute van Firda. Muller: ‘Wij zijn dan ook ongelooflijk trots met deze afspraken voor de lange termijn, waardoor veel jonge mensen hun talent kunnen inzetten voor zichzelf én de samenleving.’ De onderwijsroute is een voltijds opleiding, waarin kansrijke - vaak jonge - statushouders door veel les en oefenen in anderhalf jaar tijd hun Nederlands op niveau B1 kunnen krijgen. Ook volgen zij hier vakken als Kennis Nederlandse Maatschappij (KNM), rekenen, Engels en meer om na afronding meteen soepel te kunnen doorstromen naar een beroepsopleiding op het hoogst haalbare niveau. Firda biedt onderwijsroutes aan naar mbo-niveaus 2, 3 en 4.
Zo werken bij Firda nu vier groepen van achttien tot twintig deelnemers in Leeuwarden én een groep in Sneek hard aan hun ambities. De eerste groep is in april 2024 klaar om door te stromen naar een reguliere opleiding. Tot nog toe had de onderwijsroute een tijdelijk karakter. Door de nieuwe overeenkomst van Firda met Leeuwarden – namens de Friese gemeenten - kunnen in 2024 en 2025 zeker vijf tot acht groepen per schooljaar starten. Hierna is er nog een optie voor twee keer een jaar verlengen. De vergoeding vanuit het rijk is hiervoor niet toereikend, maar de Friese gemeenten hebben hier samen budget aan toegevoegd.
Snel en intensief
De onderwijsroute is onderdeel van het nieuwe inburgeringsstelsel, dat inging in 2022. In dit stelsel bepaalt in iedere gemeente een consulent samen met een statushouder welke vorm van inburgering het beste past, met de onderwijsroute als snelste en meest intensieve variant voor vaak jonge inburgeraars.
‘Dit is dan ook een prachtige kans om snel vooruit te komen’, vertelde nieuwkomer Zakia Anwari vanochtend. Zij hoorde tot de eerste groep en gaat straks door naar de opleiding tot onderwijsassistent, maar wil daarna verder. Docent Engels, dat is het doel. Sevdenur Ozcan vreesde dat zij in Nederland niet meer aan een opleiding kon beginnen, maar droomt nu van een opleiding en carrière als mediavormgever.
Mujtaba Anwari gaat graag door naar de opleiding tot tandartsassistent. En eigenlijk, zo stelde hij, duren alle schoolvakanties hem te lang omdat hij liever vaart wil maken in deze route. Mohammed Abdul Halem heeft nog even tijd voor zo’n keuze, want hij startte in oktober en werkt vooral hard aan zijn Nederlands. Dat kan vlot in zo’n onderwijsroute.
Sinds de invoering van de nieuwe wet pleit het mbo in Nederland er dan ook voor dat deze route als publieke taak thuishoort bij de roc’s. Binnen het mbo is zo’n ‘vooropleiding’ immers beter te organiseren in combinatie met andere opleidingen in het mbo. In de nieuwe wet moet dit echter verplicht lopen via een private aanbesteding. Dat zorgde voor veel ‘hobbels en bobbels’, stelde Kramers. ‘Maar ik ben blij dat we eruit zijn gekomen en nu samen verder kunnen. Zo kunnen we voor deze mensen echt stellen: welkom in Nederland, welkom in Friesland en welkom in Leeuwarden!’ Muller: ‘Wij willen als mbo graag onze maatschappelijke verantwoordelijkheid pakken om iedereen te laten meedoen in de samenleving. Het leren van de Nederlandse taal is daarin essentieel.’