Anke ten Brinke heeft altijd een missie. Zij wil iets betekenen voor de maatschappij. Dat zit diep. In een tot klooster verbouwde boerderij op het stille platteland van Nijkleaster, onder de rook van Leeuwarden, heeft zij de plek gevonden om haar bijdrage te leveren aan een betere wereld. Bezoekers kunnen er terecht voor een (onder-)zoektocht naar binnen. Anke hoopt er snel meer jongeren te verwelkomen.

‘Ach, kijk nou.’ Vanuit de eetkamer van de monumentale boerderij Westerhûs wijst Firda-docent Anke (61) glimlachend naar een groepje zwanen dat overvliegt, de sierlijke halzen gestrekt in hun vlucht. Een heldere winterlucht vormt hun decor, boven een zee van groen. ‘Prachtig.’ Dergelijke alledaagse pareltjes voeden Anke. Noem het haar spirituele inslag. ‘Ik heb altijd een verlangen gevoeld naar diepgang en bezinning.’

Ze groeide op in een gereformeerd gezin, eerst in Lemmer, later in Bolsward. Het geloof was belangrijk, maar haar ouders waren tegelijkertijd heel ruimdenkend en maatschappelijk betrokken.

Anke ondersteunt het motto van haar ouderlijk nest door met platte hand op tafel te slaan: ‘De maatschappij, dat ben jij.’ Dus liep de hele familie mee met de antikernwapendemonstraties in de jaren tachtig van de vorige eeuw en mocht ze met haar beste vriendin mee naar de katholieke school in Bolsward in plaats van het protestante Bogerman College in Sneek. ‘Gooi de luiken maar open. Je hoeft niet in je eigen straatje te blijven’, leerde de jonge Anke.

Anke ten Brinke

Alle geloven in één hok

Als jong volwassene voelde ze dezelfde betrokkenheid en behoefte tot zingeving en ontplooiing als haar ouders. Tijdens haar studie aan de Bibliotheek- en Documentatieacademie in Groningen raakte ze betrokken bij het studentenpastoraat. ‘Dat vond ik zo leuk, want het was volstrekt oecumenisch: alle geloven in één hok. Daar hou ik van.’

In de jaren erna werkte Anke ‘overal en nergens’, op steeds hogere posities. Van de gevangenisbibliotheek in Veenhuizen tot uiteindelijk de bieb in Stiens, waarvoor ze bijna dertig jaar geleden verhuisde van Groningen naar de Friese hoofdstad. Interessante banen, maar ze slokten haar steeds meer op. Oude waarden verloren hun glans. In haar worsteling met de kerk als instituut liet ze zich zelfs uitschrijven als lid van de gemeente.

Ook haar werk werd uiteindelijk een sleur. Het bibliotheekwezen had last van bezuinigingen. De vaart ging eruit. Dat ging knellen. ‘Het werd een te log systeem, ik miste de dynamiek. Het paste niet meer bij me.’ In 2003 maakte ze de overstap naar het onderwijs. 

Bij ROC Friese Poort mocht ze de opleiding voor Medewerker Informatiedienstverlening gaan opzetten. Nu wordt zij vanuit Firda voor Volwassenen door bibliotheken overal in Noord-Nederland ingehuurd voor trainingen, aan de hand van het keuzedeel dat zij zelf schreef.

In de diepte

Toch bleef er iets missen in haar leven. ‘Ik hield dat verlangen naar wat er in de diepte ligt.’ Tijdens een sabbatical was zij een week bij de zusters Benedictinessen in het Brabantse Oosterhout. ‘Heerlijk, maar wel een pokke eind weg.’ Er volgde een weekend in het trappistenklooster in Zundert, nog verder van huis. Ook hier werd ze geraakt door het tempo, de omgangsvormen en de verstilling van het kloosterleven. Was er nou echt niet zoiets dichterbij huis?

‘En dat Nie Klee-aster dan?’, opperde een predikante die het Fries niet geheel machtig was. Zij doelde op de kloostergemeente Nijkleaster-Westerwert op het Friese platteland, die de kerk van Jorwert en klooster Westerhûs omvat. 

Op een ochtend in maart 2018 schoof Anke in een van de sobere houten banken van de Jorwerder kerk voor de ochtendviering. Het was de sfeer, de open toon, die zin in een van de gedichten van Eppie Dam aan de muur: ‘het veilige masker mag doormidden’. Daar was wat ze zocht. ‘Ik heb het gevonden, voelde ik. Ik zak hier in mezelf, dit is thuis.’

Ze kwam in contact met de stichters van het klooster, die na een jarenlange zoektocht naar sponsoren, subsidies en de juiste vergunningprocedures hun droom werkelijkheid zagen worden. Sinds anderhalf jaar bieden zes vaste bewoners – kloosterlingen - en een dikke schil aan vrijwilligers ‘een open plek om op adem te komen’. Iedereen is welkom, gelovig of niet.

Het Westerhûs is omgeven door ruimte. Wandelpaden slingeren zich door de weilanden tussen het klooster en de dorpen rondom. ‘Hier is het stil, het is verlaten land.’ Maar de bewoonde wereld is dichtbij. Op vijftien minuten (fiets-)afstand gloort de skyline van Leeuwarden. ‘Het maakt deze plek uniek. Je kunt hier even uitstappen.’

Anke ten Brinke

Zo’n sense of belonging, waar Firda voor staat, dat kan hier ook.

Anke ten Brinke

Geen discussie, alleen luisteren

Door het omringende grasland nadert een groep wandelaars. Dagbezoekers. Ze hebben in Jorwert de ochtendviering meegemaakt en komen nu naar het klooster. Ze lopen in stilte. Dat geeft ruimte om een antwoord te formuleren op de vraag die hen is meegegeven. 

‘Zo’n vraag is bedoeld om uit je hoofd te komen. Bijvoorbeeld: wie of wat spoort jou aan om de diepte in te gaan? Of: hoe maak jij contact met je binnenkant?’ Straks, in de buitenkapel, luisteren ze naar elkaars inzichten. ‘Geen discussie, alleen luisteren. We zijn tegenwoordig gewend om overal iets van te vinden. Hier kun je leren om de ander gewoon te horen. Zonder oordeel. Dat maakt mild.’

Anke zit inmiddels in een noviciaat om ‘kloosterling buiten de poorten’ te worden. Vanuit haar ervaring in het onderwijs met jonge mensen zou ze graag meer voor die doelgroep willen betekenen. Ze ziet veel raakvlakken tussen het klooster en Firda. ‘Zo’n sense of belonging, waar Firda voor staat, dat kan hier ook. Waar hoor ik bij? Wie ben ik? En wie ben jij?’

Sinds maart 2024 organiseert het klooster jongerenweekenden. Ook hier draait het om stilte, bezinning, luisteren en ‘er niets van vinden’. Een deelnemer noemde het een verademing/ eyeopener, om niet langer voortdurend te oordelen en dat te moeten uitdragen. Anke: ‘Dit is echte zingeving voor mij, dit wil en kan ik altijd blijven doen. Het gaat niet om de oogst, maar om welk zaadje ik heb geplant.’