Stel: je komt in een mui terecht, wat moet je dan doen? Firda-student Rudolf Busscher (20) is expert op dat gebied. Hij is al sinds zijn negende vrijwilliger bij Reddingsbrigade Nederland: de Koninklijke Nederlandse Bond tot het redden van Drenkelingen. Zijn ‘thuisbrigade’ is Zwartsluis, Overijssel. Daar is hij instructeur, maar hij is ook regelmatig als strandwacht op Texel te vinden.
Reddingsles voor jongeren
“Ik kom uit Belt-Schutsloot: een dorp middenin de Weerribben-Wieden. Omringd door water dus. Goed kunnen zwemmen vonden mijn ouders daarom erg belangrijk. Ze gaven mij de keuze: of bij de zwemclub gaan of aansluiten bij de reddingsbrigade. Ik koos voor de reddingsbrigade en sindsdien voel ik mij hier als een vis in het water.
Iedere maandagavond geeft hij de jongeren van Zwartsluis reddingsles. Hoe kan zwemmen beter en veiliger? Hoe werp je een touw? Hoe kun je iemand redden? En hoe kun je jezelf bevrijden wanneer iemand jou tijdens een reddingsactie onbedoeld kopje onder trekt? "Ik breng ze de basis van het redden bij en ik leer ze goed zwemmen, stimuleer hen om te blijven zwemmen en leid ze op tot lifesavers, zodat ze zichzelf en anderen kunnen redden. Jong geleerd is oud gedaan."
Vooral het blijven zwemmen is erg belangrijk, zegt Rudolf. "Mensen zwemmen eigenlijk te weinig. Misschien maar een paar keer per jaar. En dat terwijl men zich al snel overschat… Vooral op een warme zomerse dag. Een heel stuk zwemmen is dan erg verleidelijk, totdat ze erachter komen dat ze wel erg ver van de kust af zijn en nog terug moeten zwemmen. Met stroming is dat niet altijd even gemakkelijk en ook kramp ligt op de loer. Daarom zijn twee dingen belangrijk: zwem in bewaakt gebied en zwem regelmatig. Zo behoud je je zwemconditie zodat je jezelf goed kunt redden in het water, en mocht het misgaan dan is hulp altijd dichtbij."
Leidinggeven heb ik geleerd bij mijn opleiding en bij de Reddingsbrigade breng ik dit in de praktijk.”
Jezelf bevrijden uit een mui
Toch is regelmatig zwemmen niet altijd genoeg. "De zee is soms erg onvoorspelbaar en ze heeft veel kracht. Denk bijvoorbeeld aan stroming en getij, maar er ontstaan ook steeds vaker muien. Dat is een onderbreking of geul in de zandbank die loodrecht op het strand staat, waardoor het water met veel kracht naar de zee stroomt." Een mui is gemiddeld 15 tot 30 meter breed en kan tot 100 meter de zee in gaan. En dat met een stroomsnelheid tot wel 10 kilometer per uur. "Daar kun je moeilijk tegenin zwemmen. Daarom is het belangrijk om te weten hoe je eruit komt."
Daarvoor heeft Rudolf de volgende tip: "Laat je meestromen met de mui en zwem rustig op zij, bijvoorbeeld naar een zandbank. Als je merkt dat de stroming minder wordt, kun je rustig terug naar de kant zwemmen. Trek ondertussen de aandacht van omstanders aan de kant, zodat zij de reddingsbrigade in kunnen schakelen. Zwem daarom ook altijd in een bewaakt gebied. Zo is hulp altijd dichtbij!"
Steeds minder vrijwilligers
De laatste jaren neemt het aantal vrijwilligers af, merkt Rudolf. "Dat is erg jammer, want we verrichten een belangrijke taak: het redden van mensen in nood." Hij raadt de reddingsbrigade zeer aan: "Het is een hele sociale club die aanvoelt als familie. Het maakt niet uit wie je bent of waar je vandaan komt, iedereen hoort erbij. We hebben allemaal hetzelfde doel voor ogen: levens redden. Dat verbindt ons met elkaar. En waar je ook bij de reddingsbrigade zit, je komt elkaar altijd weer ergens tegen. Op Texel bijvoorbeeld." Ook kun je vanuit de reddingsbrigade deelnemen aan wedstrijden of zelfs WK’s. "Wij doen één keer per jaar mee aan een vijfkamp tussen andere brigades in de regio. Die bestaat uit onder andere uit wedstrijdzwemmen, 50 meter vrije slag, een tuigjesredding en touw werpen. Erg leuk om te doen!" Kortom: Het is leuk, gezellig en sportief en je kunt anderen helpen wanneer dat nodig is. "Je draagt iets bij aan de maatschappij."
Studeren bij Firda
In het dagelijks leven is Rudolf student Technicus Engineering bij Firda Emmeloord/Urk. "Ik wilde graag met mijn handen werken en creatief bezig zijn." Hij begon aan de niveau 3 opleiding en rondde deze succesvol af. Nu volgt hij dezelfde opleiding, maar dan op niveau 4. Die doet hij in twee jaar. Hoewel zijn vrijwilligerswerk en zijn studie niet veel met elkaar te maken hebben, kan hij toch dingen van de studie toepassen bij de reddingsbrigade. En andersom. "Leiding geven bijvoorbeeld. Dat heb ik geleerd bij mijn opleiding en bij Zwartsluis breng ik dit in de praktijk."
Na zijn afstuderen ziet Rudolf zichzelf in een baan in de techniek. "Maar ik wil niet weg bij de reddingsbrigade. Dat wil ik in de zomer blijven doen op Texel. En ik wil les blijven geven aan mijn eigen brigade van Zwartsluis. Dan hoop ik ook mijn instructeursdiploma te hebben."