Voor pedagogisch medewerkers in de dagopvang en peuteropvang geldt dat zij mondelinge vaardigheden op niveau 3F (B2) moeten beheersen. Dit betreft luisteren, spreken en gesprekken voeren. Medewerkers in de voorschoolse educatie moeten daarnaast ook leesvaardigheid op dit niveau hebben.
Voor medewerkers in de buitenschoolse opvang (BSO) gelden iets minder strikte eisen. Zij moeten luisteren, spreken en gesprekken voeren op minimaal taalniveau 2F (B1).
Het programma
Tijdens deze vijfdaagse scholing volgen de deelnemers een vast programma:
- Dag 1: We starten met een kennismaking en een introductie op de werkwijze. Daarnaast maken we afspraken en bepalen we het taalniveau van de deelnemers.
- Dag 2 en 3: Deelnemers volgen verschillende taallessen en werken onder begeleiding aan oefeningen om hun vaardigheden te versterken.
- Dag 4: De deelnemers maken het examen op taalniveau 2F of 3F.
- Dag 5: Heeft een deelnemer het examen niet gehaald? Dan is er een mogelijkheid voor een herexamen. We sluiten de scholing gezamenlijk af, reiken de certificaten uit en bespreken eventuele vervolgopleidingen.
Het doel van de scholing is het halen van de examens. Wij garanderen niet dat de deelnemers het examens halen. De huidige taalvaardigheid speelt hierin een grote rol.
De deelnemers kunnen werken aan één of meerdere onderdelen:
- Lezen
- Luisteren
- Schrijven
- Spreken
- Gesprekken voeren
Deze onderdelen zijn beschikbaar op taalniveau 2F of 3F. De deelnemer doet examen in het gekozen onderdeel of de gekozen onderdelen.
Alleen examens
Het is ook mogelijk om alleen de examens Nederlands voor de kinderopvang te doen. Bekijk hier meer informatie over de examens.