Aantal studenten bij Firda stabiel, vooral door sterke groei bij volwassenen
Firda gaat het studiejaar 2025-’26 in met ruim 25.600 studenten in Friesland en Noordelijk Flevoland. In de BOL- en vooral BBL-routes daalt het aantal studenten licht, maar het totaal blijft min of meer gelijk. Dit is vooral te danken aan een sterke groei van cursorisch onderwijs voor volwassenen. De trend van vorig jaar zet zich door: volwassenen én werkgevers kiezen - vooral in de zorg – vaker voor een compacte, vakgerichte opleiding dan voor een volledige BBL-route van werken en leren.

In een krappe arbeidsmarkt kiezen studenten in overleg met een werkgever vaker voor gericht om- of bijscholen, om vlot aan de slag te gaan. Hiervoor weten zij Firda voor Volwassenen (FvV) steeds beter te vinden. Het aantal studenten bij vooral kortere cursussen - niet bekostigd door de overheid – steeg hier naar 3.800. Vorig jaar zat dat nog op 3.100, het jaar daarvoor op 2.600.
De belangstelling voor compacte trajecten steeg enorm: van 2.170 naar 2.929 studenten. Het aandeel van de zorgsector is hierin groot, met - net als vorig jaar - weer 546 studenten meer, onder meer voor cursussen op het gebied van communicatie in de zorg. Hier tegenover loopt in de BBL het aantal studenten in het mbo voor zorg en welzijn met 14 procent terug. Vooral bij de opleidingen voor verpleging en verzorging starten dit jaar in de BBL minder studenten. Al met al blijft Zorg en Welzijn in regulier mbo - BOL en BBL - wel met zo’n 32 procent van de studenten het grootste domein.

BOL op peil
Over het geheel loopt het aantal BBL-studenten bij Firda met 3,4 procent terug naar 5.500. Met 14.400 studenten in de BOL blijft het aantal studenten in de dagopleidingen goed op peil. Vorig jaar kon Firda op landelijke teldatum 1 oktober nog zo’n 14.700 BOL-studenten noteren. Verwachting is dat door demografische krimp in de regio het aantal jongeren - en hiermee potentiële mbo-studenten - verder zal afnemen. Hier is Firda op voorbereid, met genoeg volume om een breed aanbod aan grote en relatief kleine opleidingen overeind te houden.
Zo’n totaalcijfer is altijd een optelsom van onder meer instroom uit het voortgezet onderwijs én doorstroom van studenten die verder leren op een hoger niveau. Mooi is dan ook dat het aantal studenten bij Entree - op niveau 1 - toeneemt met 13 procent. Deels gaat het dan om jongeren die door immigratie naar onze regio komen. Ook de trajecten voor inburgering en taal groeien. Firda werkt er hard aan om al deze studenten te leiden naar een goede vakopleiding, waarmee zij hun kansen in de samenleving kunnen vergroten.
Plussen en minnen
Opvallend was dat de vooropleiding voor defensie in Leeuwarden een plus van zo’n 18 procent - kan noteren. Vooral de opleiding voor grondoptreden kan groeien, omdat de Landmacht het aantal praktijkplaatsen heeft uitgebreid. In Heerenveen groeit met name de opleiding voor Mobiliteit en Voertuigen met bijna 10 procent. VAVO, waarin jongeren en volwassenen werken aan certificaten en diploma’s voor het voortgezet onderwijs, zit met zo’n 400 studenten weer ongeveer op het peil van voor de piek in de coronaperiode.
Wat ook opvalt, is dat jongeren minder vaak kiezen voor een opleiding in de ICT-sector. Deze opleidingen starten met ruim 12 procent minder dan vorig jaar. Dat is een landelijke trend. In de techniek blijft de belangstelling redelijk op peil, al moet ook hier de BBL enkele procenten inleveren. Ook dit is een landelijke trend. Bij de economische opleidingen zit weer een lichte groei bij zowel BOL als BBL, met onder meer 4 procent extra voor Handel en Ondernemen.