De werkopdrachten die je aan boord doet, staan in een stageboek waarmee je werkt. Een collega met een hogere rang tekent je werkopdrachten af.
Of je de werkopdrachten tijdens je werk kunt uitvoeren, is afhankelijk van het type schip waarop je vaart. Informeer hiernaar tijdens het kennismakingsgesprek.
Je komt in aanraking met alle aspecten van het beroep, zoals veiligheid, kwaliteit en de samenwerking binnen een team. Je leert navigatieroutes uitzetten en navigatiewacht te lopen. Je wordt opgeleid voor een internationaal erkend vaarbevoegdheidsbewijs. Hiermee voldoe je aan de wetgeving. Meestal wordt er Engels gesproken aan boord.