Het Klein Vaarbewijs kent twee gradaties die elk betrekking hebben op het vaargebied waarop met dit vaarbewijs op de binnenwateren gevaren mag worden. Deze combinatiecursus bereidt je voor op het examen Klein Vaarbewijs 1 en 2. Klein Vaarbewijs 1 geldt voor de vaart op rivieren, kanalen en meren en de Gouwzee. Klein Vaarbewijs 2 is een aanvulling op 1 en geldt daarnaast op alle binnenwateren en de zeehavens (de Eems/Dollard, de Waddenzee, het IJsselmeer, Markermeer en IJmeer en op de Oosterschelde en Westerschelde).
Je doet de nodige praktische én theoretische kennis op over een aantal specifieke aspecten om te varen op rivieren, kanalen en meren (Klein vaarbewijs 1). Je leert de vaarregels en doet kennis op van de boot zelf. Daarnaast worden de onderdelen navigeren, varen op ruim water en varen op getijden water van Klein vaarbewijs 2 behandeld.